Wat is Kanjertraining
Kanjertraining bevordert onderling vertrouwen in groepen en een prettig schoolklimaat. Kernwoorden van de Kanjertraining zijn: vertrouwen, rust en wederzijds respect, sociale redzaamheid, ouderbetrokkenheid, burgerschap, gezond gedrag en duurzaamheid.
Tijdens de Kanjertraining staan vijf afspraken centraal:
- We vertrouwen elkaar.
- We helpen elkaar.
- Niemand speelt de baas.
- Niemand lacht uit.
- Niemand doet zielig.
Doel van de Kanjertraining
Een kind gaat positief over zichzelf en een ander denken: daar werkt de kanjertraining naartoe. Zo krijgt het kind minder last van sociale stress. Dit effect is ook op de langere termijn merkbaar. Veel kinderen kunnen – na het volgen van de Kanjertraining – zich beter concentreren op school. Ze behalen ook betere leerresultaten. De verklaring hiervoor is eenvoudig. Kanjertraining geeft kinderen handvatten in sociale situaties. Daardoor komt tijd en energie vrij.
Kanjertraining maakt kinderen bewust van vier manieren van reageren.
Dit wordt uitgebeeld door vier typetjes:
- Pestvogelgedrag (zwarte pet): Uitdager, bazig, hork en pester. De pestvogel denkt goed over zichzelf, maar niet goed over een ander.
- Konijngedrag (gele pet): Te bang, vermijdend, faalangstig en stil. Het konijn denkt niet goed over zichzelf maar wel goed over een ander.
- Aapgedrag (rode pet): Grapjurk, uitslover, meeloper, aansteller en malloot. De aap denkt niet goed over zichzelf, maar ook niet goed over een ander.
- Tijgergedrag (witte pet): Zichzelf, gewoon, normaal, te vertrouwen en aanspreekbaar op gedrag. De tijger denkt goed over zichzelf en de ander.
De basis van de kanjertraining bestaat uit de volgende knieboeken, te weten:
- ‘Max en het dorpje’ (Het Kleine Kanjerboek) voor groep 1 en 2.
- ‘Max en de vogel’ voor groep 3.
- ‘Max en de klas’ voor groep 4.
- ‘Max en de Zwerver’ voor groep 5-6-7-8.
De interventies en onderwerpen van de lessen zijn:
- Jezelf voorstellen.
- Iets aardigs zeggen.
- Over je gevoel.
- Nee durven zeggen.
- Vragen stellen en antwoord geven.
- Luisteren en samenwerken.
- Vriendschap.
- Vragen stellen.
- Kritiek geven en ontvangen.
- Vertel niet altijd je mening.
- Ben jij belangrijk?